De documentairesector is volop bezig met nieuwe mogelijkheden en nieuwe kansen. Deze ochtend gaat de NPO-fonds special over webdocseries. Is er een toekomst voor webdocseries en valt daar iets over te zeggen? Martijn Winkler (producent, en regisseur van #tagged) presenteert het programma met uiteenlopende, internationale voorbeelden en veel informatie.
Vooraf presenteren Thomas den Drijver en Simone van den Broek van DPN (Documentaire Producenten Nederland) de eerste vervolgstappen n.a.v. het onderzoek ‘De sector van documentaire producenten in beeld’, dat de bedrijfsvoering van producenten analyseerde, om de positie van producenten in Nederland en daarbuiten te verstevigen.
Bernadette Kuiper van Impact Makers lanceert de gratis online Impact Makers Toolkit (alles daarover op maakimpact.nu) die stapsgewijs helpt om campagnes op te stellen om de gewenste impact van een documentaire in de samenleving vast te stellen. Emma Lesuis (kersverse winnaar van de Karen de Bok Talent Prijs 2019) heeft de toolkit getest en is enthousiast.
Wat is een webdocserie eigenlijk? Het blijkt sterk pionieren, een eenduidige definitie is niet goed te geven. Een webdocserie staat online, afleveringen zijn doorgaans kort, er is een thematische verbondenheid, mogelijk een doorlopende verhaallijn. Wetmatigheden van het documentaire genre zijn niet heilig, webdocseries zoeken grenzen op, mengen met fictie. Webdocseries richten zich vaak op een bepaalde subcultuur (bijvoorbeeld muziek) en gaan daarbij sterk uit van bepaalde kennis bij het publiek.
Mensen kijken vaak op een mobiele telefoon. Veel webdocseries staan op YouTube, daar is ongeveer een derde van al het mobiele verkeer. Op webfestivals is goed zichtbaar dat het niveau van webdocseries heel wisselend is, er valt nog veel aan kwaliteit te winnen.
Martijn spreekt met makers van webdocseries voor jongeren: Mea Dols de Jong van de serie Nettiquette over de ongeschreven regels op social media, Assaf Machnes en Michael Fromchenko uit Israël van de serie Gimel over vergaande trucs om te spijbelen van de Israëlische dienstplicht, en Hilde Bouwman en Jurjen IJsseldijk van NOS op 3, sinds enkele jaren alleen online, specifiek op jongeren gericht, met mooie kijkcijfers.
Mea Dols de Jong kreeg de mogelijkheid iets voor pubers te maken. Ze wilde graag de belevingswereld van de telefoon betrekken. Zaken als liefde, vriendschap en pesten hebben allemaal een eigen etiquette. Geluidsinterviews vormen de basis van Nettiquette, op basis van de montage werd een visuele lijn uitgewerkt met animatoren. Belangrijk is de herkenning voor de doelgroep, het gebruik van hun eigen (online) taal. Achteraf had Mea liever de online distributie eerder opgepakt. Het kanaal afstemmen op de doelgroep, die moet je eerst bepalen. Het biedt kansen om distributiekanalen ook als een bron van creativiteit te zien, in plaats van als een marketingtool.
Assaf Machnes en Michael Fromchenko (Israël) zijn toevallig in de wereld van webdocs beland. Zij wilden graag het verhaal van een vriend vertellen. In Israël hebben alle jongeren dienstplicht, voor een paar dagen ziekteverlof verwonden sommige jongeren zich opzettelijk. Op basis van oorspronkelijke geluidsopnames worden situaties nagespeeld. De verhalen kwamen eerst uit hun eigen omgeving en kwamen vervolgens binnen via een oproep op Facebook. Israëls grootste mainstream nieuwsplatform vertoont de serie. De bedoeling was oorspronkelijk om bizar entertainment te bieden, maar de afleveringen wisselen in toon en tonen ook verontrustende verhalen. De serie is lowbudget met maximale vrijheid: korte afleveringen, lichte camera, geen geluidsopnamen bij de opnames met acteurs.
De items van NOS op 3 zijn heel divers. Hilde Bouwman (redacteur en presentator) en Jurjen IJsseldijk (eindredacteur) vertellen. Hun grootste publiek zit op YouTube. De video's zijn vaak lang voor een nieuwsorganisatie (7-12 minuten). De opbouw en vormgeving zijn opvallend, een strak begin met snelle beeldwisseling en grafische elementen om mensen in het verhaal te trekken (80 à 90% kijkt mobiel). Een item neemt de kijker mee in het journalistieke proces. Op tv is het niet mogelijk om vragen te stellen, online kan dit wel. Zij benoemen dat vooral de reacties van het publiek belangrijk zijn, en niet zozeer het aantal views.
De makers op het podium zijn enthousiast over de technische ontwikkelingen. Op de nieuwe platforms gebeuren spannende dingen. De makers zijn het erover eens dat het bij het maken van webdocseries belangrijk is om publiek en distributie vroeg te betrekken. Welk platform past bij welke doelgroep?
Er is veel aandacht voor de online platforms. Het is een lastig dilemma; je wilt als maker je publiek bereiken, en dat zit vaak op platforms als YouTube en Facebook, commerciële kanalen. In hoeverre klopt het dat je met publiek geld gemaakte verhalen aan commerciële kanalen aanbiedt, die mogelijk ook nog eens op een manier werken die je als maker lastig vindt te verantwoorden?
Deze platformselectie is ook een actuele vraag voor de NPO, volgens Hanneke Bouwsema van het NPO-fonds. NPO en omroepen onderzoeken welke distributiekanalen geboden kunnen en mogen worden binnen de huidige mediawettellijke kaders. De NPO wil graag centraal distribueren, om grote versplintering tegen te gaan. Makers vragen zich dan weer af of bijvoorbeeld npo3.nl op die manier niet te veel een vergaarbak wordt waarin jongeren niet meer vinden waar ze naar op zoek zijn.
Ondertussen heeft de ontwikkeling van webdocseries baat bij blijven proberen, ervaringen uit de praktijk en de input van de makers.
Klik hier voor een overzicht van de webdocumentaires die deze ochtend zijn vertoond.
Fotografie ©Anna van Kooij